Zoek

Dokter Van Hattum

Dokter Piet van Hattum had in 1939 de praktijk van de oude dokter Hocke Hoogen­boom overgenomen. Hocke Hoogenboom was toen, je was tenslotte arts voor het leven, ruim 77 jaar.

Veel Culemborgers hebben goede herinneringen aan dokter Van Hattem. In de Tweede Wereldoorlog werden mensen in Duitsland te werk gesteld. Dankzij de wonderolie van dokter Van Hattum werd een groep mensen teruggestuurd naar Nederland, de Duitsers dachten natuurlijk dat zij doodziek waren.

Van Hattum kwam net uit militaire dienst en moest meteen opkomen in verband met de algehele mobilisatie. Hij kon zijn net gestartte huisartsenpraktijk niet in de steek laten natuurlijk en moest waarneming regelen. De ‘nieuwe’ waarnemer werd de oude praktijkbezitter, Hocke Hoogenboom dus! Die was inmiddels 78 jaar en ging zijn oude praktijk waarnemen, een bijzondere situatie. De patiënten vonden het niet erg, Hocke was tenslotte erg geliefd en stond bekend als een zeer bekwaam arts.

Hartproblemen

In 1962 voelde Van Hattum zich gedwongen zijn huisartsenwerk te stoppen omdat hij hartproblemen had gekregen en daarom rustiger werk zocht. Dat vond hij in de vorm van schoolarts, nu heet dat jeugdarts. Zijn praktijk werd toen overgenomen door dokter Dave Vroon, een rustige en wat meer gesloten persoonlijkheid.

Het huisartsenvak veranderde in die tijd, werd meer en meer een zelfstandig specialisme. Vroon droeg zijn steentje daaraan bij en werd, zoals dat officieel heet, huisartsenopleider. Dave Vroon leidde heel wat huisartsen op. Zo kwam ook ondergetekende, Ad Derwig, in Culemborg terecht. Het was februari 1977.

Ik studeerde in Utrecht, maar ben geboren en getogen in Breda en kende Culemborg slechts op een manier: als ik om de paar weken aan het begin van het weekend met de trein naar, en na het weekend weer terug van, het ouderlijk huis en de familie in Breda ging, kwam de trein langs Culemborg, Geldermalsen en Zaltbommel. Omdat ik niets van deze contreien wist, was mijn houvast te weten waar ik ongeveer was deze alfabetische volgorde (C-G-Z en andersom na het weekend dus). Meer dan dat was Culemborg niet voor mij.

Gespreid bedje

Dave Vroon wilde het wat rustiger aan gaan doen inmiddels en omdat hij mij heel positief inschatte, stelde hij voor dat ik de laatste zou zijn die hij opleidde en vond dat ik maar in Culemborg moest blijven. Een uitgelezen kans voor mij om in een gespreid bedje terecht te komen en heb dit dus met beide handen aangenomen. Bovendien heb ik hier mijn vrouw hier ontmoet, met wie ik nu al (pas) 36 jaar getrouwd ben.

In de loop der tijd heb ik zo’n beetje de voorgeschiedenis van de praktijk vernomen en in deze praktijk gewerkt met soms nog oude materialen die van de ‘legendarische’ dokter Hoogeboom waren. Op goed moment moest ik naar Dave’s directe voorganger toe, dokter van Hatum, die toen aan de Dreef woonde maar waar normaal gesproken Dave Vroon altijd naar toe ging als hij medische problemen had. Het was logisch, dat de ‘oude’ heren met elkaar omgingen en niet een jong broekie op kwam draven als medische hulp nodig was. Meer dan dat van Hattum mijn voorganger was en schoolarts was geweest, wist ik niet. Maar omdat Dave Vroon er op dat moment niet was moest ik er dus ’n keer heen.

Ik zag van Hattum toen voor het eerst. Iedereen kent wel het verschijnsel dat je iemand tegenkomt waarvan je het gevoel hebt dat je die persoon ergens van kent, maar dit niet kunt plaatsen. Zo overkwam mij dat ook meteen. Ik wist dat ik die figuur kende, maar kon dit niet thuis brengen.

Wat een brutaliteit!

Nu ga ik even in mijn eigen geschiedenis duiken. Als jong jochie moest je periodiek naar de schoolarts. Je stond dan in je onderbroekje, maar verder geheel naakt bij de schoolartsenij-dienst en moest met een houten pollepel voor je oog een letterkaart lezen en, dat vond ik altijd nog wel komisch, gefluisterde woordjes nazeggen. Na die eerste onderzoekjes moest je dan naar de dokter. Deze klopte en luisterde even en daarna moest je de rug van je hand tegen je mond houden en hard blazen, maar plotseling, uit het niets (er werd nimmer iets verteld in die tijd en je was dus nergens op voorbereid) trok deze dokter volkomen onverwacht het enige dat je nog aan je lijf had, je onderbroekje, naar beneden! Wat een brutaliteit!

De kop van die dokter vergat je daarna niet meer.

U raadt het al. Na zo’n twintig jaar ben je dat ‘vergeten’, bovendien was het in Breda en leg je geen verband tussen Breda en Culemborg en begreep ik waarom dit zo ging (had je een liesbreukje? Waren je balletjes netjes ingedaald?).

Omdat ik voor het eerst bij Piet van Hattum kwam, wilde hij natuurlijk ook wat van mij weten. In dat gesprekje werd mij duidelijk dat Van Hattum, na het staken van zijn praktijkwerkzaamheden, naar Breda was getrokken en daar schoolarts was geworden. Het kwartje viel toen: die ‘kop’ die ik ergens in mijn (onder-)bewustzijn had opgeslagen was die van die ‘brutale’ dokter! We hebben hartelijk gelachen. We moesten toch ook nog wel ter zake komen, ik was er tenslotte niet voor niets, en moest Van Hattum onderzoeken in verband met de klachten die hij had. En ja hoor, ik kon het niet laten, trok toch even aan diens onderbroek. Toen ik weg ging waren zijn klachten al de helft minder door de lachbui die dit opleverde.

Ad Derwig