Zoeken

Asiel Culemborg

Al van oudsher was Culemborg een vrijstad, een eigen ‘rijkje’ binnen de Republiek. Net zoals Vianen, Buren en Leerdam, plaatsen die op de grens van drie gewesten lagen. Het was vaak niet duidelijk tot welke provincie ze behoorden – Holland, Gelderland of Utrecht – en daarom konden hun eigenaren de eigen soevereiniteit handhaven. Culemborg had een eigen rechtspraak. Mensen die elders veroordeeld waren, konden hier een time-out krijgen. Bijvoorbeeld mensen uit de grote steden, die te veel hadden gespeculeerd en daar alleen schuldeisers aan hadden overgehouden. ‘Naar Culemborg gaan’ stond dan synoniem voor failliet gaan.

Het Asielzoekerscentrum aan de Distelvlinderlaan

Aan de vrijstad Culemborg werd een eigentijds vervolg gegeven, toen hier in de jaren negentig van de vorige eeuw een asielzoekerscentrum (AZC) werd gevestigd. Nadat de overheid had besloten om asielzoekers over alle gemeenten van Nederland te verspreiden, verrees aan de Distelvlinderweg in Parijsch een houten complex met bewoners uit alle windstreken.

VluchtelingenWerk Nederland maakte vanaf 1987 een snelle groei door. In praktisch iedere gemeente werd in die tijd een VluchtelingenWerkgroep opgericht. Ook in Culemborg werd veel solidariteit betoond aan de asielzoekers. Vrijwilligers hielpen mensen met juridische bijstand en de stapels formulieren. Anderen bedachten dat het belangrijk en leuk voor beide partijen kon zijn om elkaar te ontmoeten en zo ontstond de actie ‘Gast in huis’. Weer anderen richtten zich speciaal op minderjarigen, die hier moederziel alleen waren aangekomen.

Wettelijke regels en creatieve uitvoerders

Er werd creatief omgesprongen met de regels. Want eigenlijk mocht er niet veel. De asielzoekers mochten pas inburgeren en werken als ze zeker waren van een verblijfsvisum. Om hen geen valse hoop te geven natuurlijk. De keerzijde was dat er niet veel anders te doen viel dan lamlendig rondhangen en lijden onder uitzichtloosheid van de situatie.

Voor de hoger opgeleide asielzoekers werd daarom bedacht dat ze les konden krijgen in het Engels, om daarmee niet in de Nederlandse maar wel in de westerse cultuur te kunnen inburgeren.

Allerlei onderwerpen kwamen aan bod in avondstudies, die met de asielzoekers zelf werden georganiseerd. Ludieke diploma’s werden uitgereikt van de ‘Academy of St. Barbara in the fields’. Ludiek, maar ‘better than Prozac’, om zo een dagbesteding te hebben. Er bestond ook een clubje dat oude computers renoveerde en via de Computerotheek aan de asielzoekers uitleende (en ze vervolgens nooit meer terugvroeg). Er was veel vraag naar computerlessen. Dit gebeurde in het Nederlands, waarmee er toch een verkapt onderwijs in de Nederlandse taal ontstond. Allerlei Culemborgers gaven links en rechts les. Er ontstond een bijzonder groepsgevoel bij het opereren langs en soms iets buiten de grenzen van de wet, wat de gemeente op een plezierige manier gedoogde en ook wel openlijk steunde.

Generaal pardon

Ook uitgeprocedeerde asielzoekers werden niet zomaar op straat gezet, maar – als dat nodig was – opgevangen. Bij het generaal pardon in 2010 kregen heel veel van de ‘Culemborgse’ vluchtelingen een verblijfsvergunning. De ‘Stichting Vrienden van…’ onderhield met een aantal van de vluchtelingen nog lang contact. Circa 50 studenten zijn door deze stichting geholpen met advies en studiegeld.


Nini Vonk-Wartena, met dank aan Zier Versluys