Zoek

Huishoud- en industrieschool

Op 1 augustus 1905 werd de Culemborgsche Huishoud- en Industrieschool aan de Goilberdingerstraat 5 geopend. Het initiatief tot de ‘Vereeniging tot stichting en instandhouding van een huishoudschool’ was op 25 mei 1905 genomen door dominee De Boer met financiële steun van de dames Canter Cremers-Van Hoytema en W.J.van Hoytema en met medewerking van mevr. Sillevis-Beekman en mevr. Middelbeek-Rakhorst.

Schoolklas van de Huishoud- en Industrieschool met op de achtergrond juf Kap. Foto: Museum Elisabeth Weeshuis

Het begin was bescheiden: een bovenwoning als schoollokaal, directrice H. van Langelaar met één onderwijzeres als leerkrachten. Maar dankzij de goede naam die de school al spoedig genoot, breidde het leerlingenaantal zich gestaag uit en daarmee ook het personeel en het leerprogramma. In januari 1909 werd al de vierde onderwijzeres, mejuffrouw H. Moora, aangesteld. Zij werd ‘belast met het onderwijs in strijken en behandeling der wasch’. Hierdoor kon het aantal klassen tot vier worden uitgebreid. Er waren toen 73 leerlingen, ook van buiten Culemborg. Voor het personeel werd een pensioenfonds opgericht. Dit werd mogelijk gemaakt door ‘ontvangst van een kapitaal, dat het begin van dit fonds moest vormen’ waardoor zelfs pensioen op 60-jarigeleeftijd in het vooruitzicht werd gesteld.

De school aan de Goilberdingerstraat

Elektrisch licht

Er was in Nederland geen wet die dit soort onderwijs regelde, zodat men in begin kampte met financiële tekorten. Deze werden echter telkens met gulle hand gedekt. Toen de belangrijkste ‘sponsor’ – de familie Van Hoytema – buiten de stad ging wonen, werd een overeenkomst met de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen getroffen. Een vertegenwoordiger hiervan maakte daarna ook deel uit van het bestuur. In 1921 werd de wet op het Nijverheidsonderwijs van kracht. Door betere bekostiging kon het onderwijs zich verder ontwikkelen. Niet alleen door de Rijkssubsidie, maar ook door de medewerking van de Inspectie en het Culemborgse gemeentebestuur, beschikte de school bij haar 25-jarig jubileum in 1930 over een ‘gerestaureerden naar de eischen van gezondheid en goeden smaak ingericht gebouw, Goilberdingerstraat 5. De lokalen worden centraal verwarmd, hebben electrisch licht en ontvangen daglichten lucht. Een rijwielbergplaats voorziet in een behoefte voor de buitenleerlingen.’ Het personeel bestond in 1930 uit directrice ‘juffrouw’ Kap, vijf leerkrachten en een conciërge.

In 1922 werd juffrouw Kap benoemd tot directrice van de Culemborgse Huishoud- en Industrieschool

Linnennaaien

De lessen bestonden naast de eigenlijke huishoudvakken (strijken, wassen, knippen, kostuumnaaien, linnen naaien, verstellen, fraaie handwerken) ook uit ornament-, patroon- en lijntekenen als hulpvakken en lessen in natuurkennis (warenkennis en gezondheidsleer). Vanzelfsprekend ook rekenen en Nederlandse taal, zodat het geleerde op de lagere school door herhaling tot blijvende kennis werd. De lessen werden gegeven op iedere werkdag van 9-12 uur ’s ochtends en van 13.30 tot 4 uur ‘s middags. Op zaterdag was er geen school. De vakanties kwamen overeen met die van de lagere school. Avondcursussen kwamen tegemoet aan de behoefte van hen‘ die zich in costuumnaaien, verstellen, waschbehandeling en strijken of fraaie handwerken wenschen te bekwamen en geen gelegenheid hebben de dagschool te bezoeken.’

Schoolgeld

Het schoolgeld bedroeg in 1930 twintig gulden per jaar voor volledig onderwijs; ‘minvermogenden’ betaalden de helft en onvermogenden niets. Verreweg de meeste meisjes betaalden het schoolgeld voor minvermogenden. Kosteloze plaatsing werd niet verzocht aan het bestuur. De meisjes moesten bij aanvang van het schooljaar twaalf jaar zijn en voldoende lager onderwijs hebben genoten, blijkend uit een verklaring van het hoofd der school. Als deze leerlingen nog niet helemaal hadden voldaan aan de Wet op den Leerplicht, dan bleven zij op de Huishoudschool leerplichtig voor de tijd dat zij dit ook op de lagere schoolwaren. Ook moesten de leerlingen een bewijs overleggen dat zij ‘met goed gevolg óf méér dan eens een inenting tegen de pokken hebben ondergaan. Bezwaar tegen deze inenting kan alleen geldig gemaakt worden door een verklaring van den Burgemeester der woonplaats’.

De Huishoudschool aan de Meerlaan

Nieuwbouw Meerlaan

Op 31 juli 1957 ging ‘juf Kap’ met pensioen. Zij was toen 35 jaar directrice van de school geweest. Mevr. L.J. Rijk werd haar plaatsvervangster. De toestand van het gebouw aan de Goilberdingerstraat was zo slecht, dat men in 1961 besloot tot nieuwbouw aan de Meerlaan. Op 20 juni 1962 werd132 de eerste steen voor het nieuwe schoolgebouw geplaatst door mevrouw M.M. gravin van Hogendorp-van Hoytema. Haar vader, die wel op de gedenkplaat vermeld staat, was door ziekte afwezig. In het voorjaar van 1964 werd de nieuwe school aan de Meerlaan betrokken. De hele stad was getuige van een bonte stoet van wagens en karren met daarop uitbundig uitgedoste leerlingen, die vanaf het oude schoolgebouw aan de Goilberdingerstraat, via de Markt en de Zandstraat naar de nieuwbouw aan de Meerlaan reed. De naam van de nieuwe school veranderde in Van Hoytema Huishoud- en Industrieschool.

Bonte stoet bij de opening van het nieuwe gebouw in 1964

Fusie

Het aantal leerlingen schommelde tussen de 85 en 110. Eigenlijk te weinig om zelfstandig te kunnen blijven. Hierdoor en door veranderende onderwijskundige inzichten vond begin september 1969 het eerste overleg plaats tussen de besturen van de Technische school aan de Anthonie Van Lalainglaan en van de Van Hoytemaschool, om samen te komen tot een scholengemeenschap voor technisch, huishoud- en nijverheidsonderwijs. Ze waren al snel van de noodzaak tot samengaan overtuigd en op 14 mei 1970 werd de Stichting Scholengemeenschap voor Culemborg en Omstreken een feit.

Willemslaan

Op 5 juni 1970 werd een nieuw schoolgebouw aan de Willemslaan officieel geopend. Na 65 jaar kwam een einde aan de Culemborgse Huishoud- en Industrieschool. Ook voor de Stichting Nijverheidsonderwijs betekende dit nieuwe gebouw een afsluiting van 24 jaren technisch onderwijs. Mevr.Rijk maakte als adjunct-directrice tot haar pensionering in juni 1978 nog deel uit van de directie van de Scholengemeenschap.

Leerling naaisters aan het werk Foto: Museum Elisabeth Weeshuis

In 1993 werd vanwege het dalende leerlingen aantal de dependance aan de Meerlaan afgestoten door de intussen tot ‘Da Vinci’ omgedoopte scholengemeenschap. Drie van de vier prachtige glasappliqué-ramen van de bekende glazenier Joop van den Broek uit de hal van het schoolgebouw werden overgebracht naar de aula van het hoofdgebouw aan de Willemslaan. Deze zullen binnenkort weer te bewonderen zijn aan de wand van de aula van Lek en Linge aan de Multatulilaan. Het schoolgebouw aan de Meerlaan later in gebruik genomen door de Stichting Samen Verder, die er de kringloopwinkel Bartje in heeft gevestigd.

Richard van de Velde