Search

Markten in Culemborg

Van oudsher kunnen de Culemborgers voor hun dagelijkse producten naar de wekelijkse dinsdag-markt op de Markt. Op Sint-Nicolaasdag 1318 – Sint-Nicolaas is de beschermheilige van de kooplieden – ontvingen de Culemborgers van hun heer stadsrechten. Dat hield onder andere in dat er tolvrijheid was op de markten. Deze tolvrijheid betekende dat goederen belastingvrij konden worden verhandeld. Naast de tolvrijheid bij het verhandelen van goederen op markten was er ook sprake van een andere vrijheid. Tijdens de markt, die duurde van maandag 14.00 uur tot woensdags om 8.00 uur, kon er niemand gearresteerd worden die schulden had gemaakt bij ‘den Grave, het Gemeene Land, de Stad of Dorpen’, of bijvoorbeeld een schuld had gemaakt op een marktdag. 

De weekmarkt op de Markt, gezien vanaf de Binnenpoort.

De weekmarkt op dinsdag heeft door de eeuwen heen veel publiek getrokken. Niet alleen van mensen uit het graafschap Culemborg, maar ook uit Buren, de Betuwe, Tiel, Beest, Leerdam en Asperen. Met schuiten kwamen de goederen aangevoerd van boerderijen die langs de Linge lagen.

Culemborg bezit van oudsher drie marktpleinen: de Oude Vismarkt, de Markt en de Varkensmarkt. De vismarkt bij het stadhuis is later verplaatst naar het Havenkwartier. Culemborg lag vroeger gunstig op het kruispunt van de Lek en de Meer wat veel volk aantrok. Niet verwonderlijk dat Culemborg binnen de regio uitgroeide tot een belangrijke marktplaats. Op dinsdag kwamen boeren en kooplui uit de wijde omgeving naar de wekelijkse vrijmarkt om hun producten aan te bieden: vis, tarwe, bonen, boter, honing, enzovoort. Daarnaast waren er nog een aantal andere markten, maar alleen de huidige wekelijkse dinsdagmarkt herinnert nog aan die oude tijd.

Overzicht van de Culemborgse markten

De Vismarkt

Hier werden zee en riviervis bij opbod geveild.

De Grote Markt (vanaf het Stadhuis tot aan de Binnenpoort).

Hier werden wekelijks op dinsdag ‘allerley Eetwaeren en andere Goederen, in grooten overvloed’ te koop aangeboden.

‘Eetwaeren en andere Goederen, in grooten overvloed’.

De Varkensmarkt

Hier werden ossen, koeien, schapen en lammeren verhandeld.

Daarnaast waren er vier jaarmarkten:

  1. Dit was een paardenmarkt.
    Deze begon op vrijdagmorgen om negen uur voor Halfvasten (halverwege de veertig dagen van bezinning voor Pasen) en eindigde op de zaterdag van de volgende week.
  2. Dit was de magere ossen-, beesten-, schapen – en varkensmarkt.
    Deze begon dinsdag na Beloken Pasen (de eerste zondag na Pasen) en duurde tot de eerste dinsdag in mei.
  3. Dit was de paardenmarkt samen met de kermis.
    Deze kermis begon op zondag na Pinksteren. De kermis duurde acht dagen met op maandag de paardenmarkt.
  4. Dit was de vette beestenmarkt.
    Deze begon op 21 oktober ’s middags om twee uur en eindigde op 23 oktober. Hierna iedere dinsdag, tot de derde dinsdag in november.

Al voor de 18e eeuw werd de verkoop van paarden op de Culemborgse markt door het gemeentebestuur gestimuleerd door het organiseren van wedstrijden voor het aanbrengen van de meeste en de fraaiste paarden en door een harddraverij.

Het stadsbestuur loofde in1743 voor het aanbrengen van de meeste en mooiste paarden een zilveren roskam uit en voor de winnaar van de harddraverij een zilveren zweep. Inschrijving en keuring vond plaats in de herberg ‘De Engelse Ruiter’ aan de Varkensmarkt.

Door onder meer de toenemende mechanisatie nam de handel in paarden sterk af. Alleen tijdens de Eerste Wereldoorlog was er nog een klein opleving. Toen is er ook, aan het bordes van het stadhuis, een paardenmeter aangebracht waarmee de officieren die de paarden inkochten, de schofthoogte konden meten.

Een tot op de huidige dag voortdurende traditie – maar nu losgekoppeld van de vroegere paarden- en jaarmarkten – is de jaarlijkse kermis.

Jack van der Winkel

Geraadpleegde literatuur: De Culemborgse markt, al eeuwenlang het kloppend hart van de stad’, W. Veerman. De Drie Steden, nummer 3, 2007.