Search

Daam van Dijk, Henk Pieter Vermeulen, Samuel Wijsenbeek

In de reeks Culemborgers vernoemd in straatnamen hier ter stede bespreken we hier nu twee Culemborgse verzetsstrijders en een joods gemeenteraadslid. Twee van hen zijn door de Duitsers omgebracht.

Bij de ruilverkaveling werd in 1962/1963 de Daam van Dijkweg gerealiseerd, vernoemd naar de verzets­strijder Daam van Dijk (1907-1956). In het verzet werd hij Damiaan genoemd. Hij was jachtopziener in het ‘Beesdsche Veld’ voor de familie Dresselhuijs uit Culemborg.

Van Dijk woonde met zijn gezin aan de Achtersteeg, op wat nu de hoek Daam van Dijkweg / Kooiweg-Oost is. Dit houten huis, genaamd “’t Jachthuijs”, speelde een grote rol in het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Op de foto, geheel links vooraan, loopt Daam van Dijk en precies achter hem zijn zoon Jan. Daam van Dijk was leider van ’n knokploeg die in het veld opereerde en daarom aangeduid werd als de “Veldploeg”. Ze waren gekleed in een blauwe overall met een oranje gestreepte band om de linker mouw. De KP (Knokploeg) is ontstaan uit de LO (Landelijke Organisatie voor hulp aan onderduikers). Hun activiteiten waren soms ook meer militair van aard en waren daarom gewapend met een stengun en een dolk aan de riem. Ze hielden zich bezig met sabotage, overvallen op distributiekantoren en gaven hulp aan de geallieerden bij de bevrijding.
Stengun
Dolk
De veldploeg was onderdeel van de “Knokploeg” in de stad zelf, die onder leiding stond van Bernhard van Veen (een zoon van hoteleigenaar Veen). Een ander actief lid was Janus Meijdam, die jachtopziener was voor de familie Van Tiel (van de meubelindustrie en ook een eigen jachtgebied had).
Daam van Dijk gaf vele onderduikers, waaronder Engelse en Amerikaanse piloten, onderdak in zijn huis. Ook joodse mensen verbleven bij de familie van Dijk. Er werd zelfs een joodse baby geboren. Het Jachthuis lag vrij centraal in het veld en dicht bij de doorgaande weg (nu de A2). Daarom werd zijn huis vaak als doorgangshuis gebruikt.

Het jachthuis werd in de tachtiger jaren van de vorige eeuw door brand verwoest, maar toch wel weer kort daar­na  opnieuw opgebouwd. Het is nog steeds als jacht­huis in gebruik. Eens in de twee of drie weken in het jachtseizoen wordt nog een drijfjacht gehouden.

Jachthuis

 

Na een drijfjacht wordt de buit getoond. Geheel rechts de jacht¬¬opziener Daam van Dijk
Voor zijn inzet in de Tweede Wereldoorlog kreeg Daam van Dijk verschillende oorkondes respectievelijk getekend door Winston Churchill, president Dwight Eisenhouwer en Prins Bernhard. (Op de foto’s hierna van links naar rechts weergegeven).

Daam van Dijk is niet oud geworden, hij verongelukte niet ver van zijn huis bij het oversteken van de autoweg op 31 oktober 1956. Hij was toen 49 jaar oud. Hij werd in Beesd begraven. (Bron : Culemborg ’40-’45 en fam. Van Dijk).

H.P. Vermeulenstraat

Deze straat werd na de Tweede Wereldoorlog als één van de eerste straten aangelegd in de wijk Achter de Poort. De straat werd toen vernoemd naar de verzetsstrijder Hendrikus (Henk) Pieter Vermeulen, geboren 1 oktober 1899 te Culemborg. Hij woonde op de Van Pallandtdreef 3 en was boekhouder van de houtzagerij van firma A. S. Verwoert.
Vermeulen zat vanaf 1943 in het plaatselijke LO-werk (Landelijke organisatie voor hulp aan onder­duikers, met name Joodse onder­duikers) en maakte later deel uit van de plaatselijke Knokploeg van de verzetsbeweging.
Henk Vermeulen. Foto uit de collectie van H. Leusink

 

Van Pallandtdreef 3, het woonhuis van Henk
Vermeulen. In 2015 werd in de straat voor zijn
huis een zogeheten “Stolperstein” gelegd

 

Uit de Culemborgse Courant 16-06-1945 (RAR)
Wijsenbeekweg

Deze weg (zie kaartje eerdere bladzijde) werd vernoemd naar Samuel Joseph Wijsenbeek,geboren 4 november 1880 te Culemborg en overleden op 14 mei 1943 in het concentratiekamp Sobibor.

De familie Wijsenbeek kwam oorspronkelijk uit Beieren (Duitsland). Ze hadden een manufacturenhandel in de Kattenstraat op nummer 12. Ook Samuel dreef die zaak, maar in 1914 werd deze door de vier zonen van zijn broer Elias overgenomen.

In 1921 kwam Samuel namens de “vrijheidsbond” in de gemeenteraad van Culemborg. Hij bleef raadslid tot december 1940, toen hij zich gedwongen onder druk van de Duitse bezetter uit die positie moest terugtrekken.

2e van rechts zit Samuel Wijsenbeek
Hij bleef ongehuwd en woonde samen met zijn eveneens ongehuwde zuster Flora naast de winkel in de Kattenstraat, op nummer 10.
Foto door Alies Derwig

Voor het voormalig woonhuis van Samuel Wijsenbeek in de Kattenstraat werden in 2012 “Stolpersteine” (struikelstenen) gelegd.

Samuel Wijsenbeek was één van de oprichters van het Rode Kruis in Culemborg en was lid van het kerkbestuur van de joodse gemeente Culemborg. Hun kerkgebouw, de Synagoge, was gevestigd aan de Jodenkerkstraat en dateert uit 1868. Rond 1870 bereikte deze gemeente hier haar hoogtepunt. Er waren toen 200 joden lid, zo’n 3% van de Culemborgse bevolking.

De joden in Culemborg namen volop deel aan het algemene verenigingsleven. Gedurende de bezetting werd het merendeel van de joodse inwoners van Culemborg gedeporteerd en in de kampen omgebracht, waaronder ook Samuel Wijsenbeek. Een tiental joden dook onder en overleefde de bezetting.

Synagoge in Culemborg. Foto door Alies Derwig

De synagoge werd door de Duitsers als stal gebruikt. Wat er met het interieur toen gebeurd is is niet bekend. Na de oorlog kwamen maar weinig joden terug naar Culemborg. In 1947 werd de joodse gemeente in Culemborg opgeheven en bij die van Utrecht gevoegd.

De synagoge zelf, als gebouw, werd in 1982 geheel gerestaureerd en doet nu dienst als kerkgebouw voor de Nederlands Gereformeerde Kerk. De oude Joodse begraafplaats aan de vroegere Westerborgwal, nu Westerwal geheten, werd in 1959 opgeheven en verplaatst naar de Achterweg.

Op die Joodse begraafplaats aan de Achterweg in Culemborg staat een gedenkzuil ter herinnering aan de 37 omgebrachte Culemborgse joden in de Tweede Wereldoorlog. In 1954 werd het onderhoud van de joodse begraafplaats overgenomen door het plaatselijke bestuur.

 

Alies Derwig, april 2018