Zoek

Gesprekken met Oud-Bewoners van de Vicarystraat- 1

In dit gesprek neemt Geri ons mee op een reis door haar kindertijd en leven in de galerijwoningen van de Vicarystraat in Culemborg.  

Geri is geboren in een galerijwoning aan de Vicarystraat. Haar ouders waren als jonggehuwden noodgedwongen ingetrokken bij haar opa en oma in de J.B. van den Hamstraat omdat ze geen eigen woonruimte konden krijgen. Een broer van haar vader woonde met zijn vrouw en 2 kinderen om dezelfde reden bij zijn ouders in. Opa en oma hadden ook nog ongehuwde kinderen thuis wonen die wat jonger waren dan de beide broers. Er woonden dus drie gezinnen in een huis dat qua ruimte berekend was op één gezin en dat was geen plek om kinderen te krijgen.

De vader en oom van Geri hadden zich opgegeven voor de vrijetijdswoningen die door vrijwilligers werden gebouwd aan de Otto van Reesweg maar waren uitgeloot. Dat was de oorzaak dat haar oom besloot om te emigreren naar Australië.  In 1958 werden Geri’s ouders ingeloot voor een galerijwoning aan de Vicarystraat van 2 verdiepingen en ze waren superblij. Er waren drie slaapkamers, een badkamer met een lavet waar je de was in kon doen en ook kon douchen en er was voldoende ruimte voor kinderen. In 1959 werd Geri geboren.

De herinnering van Geri was dat het fijn wonen was, het waren allemaal jonge gezinnen en ze waren heel hecht met elkaar. In de zomer zaten de families voor hun huizen op de galerij koffie te drinken, ze zorgden voor elkaar als dat nodig was en de kinderen speelden met elkaar. De wijk Achter de Poort stond in Culemborg bekend als een volksbuurt waar het heel gezellig was.

Op het stukje land op de hoek van de Otto van Reesweg en de Vicarystraat stond bij het gebouwtje van de Nutskleuterschool nog een boerderij die bewoond werd. Een loslopende hond van de boerderij heeft de moeder van Geri die op de fiets reed met Geri achterop een keer achtervolgd tot op de galerij en Geri in haar been gebeten. Geri moest naar de huisarts en kreeg een tetanusprik. Het was een ervaring die indruk op haar maakte. De Nutskleuterschool was een openbare kleuterschool en het was logisch dat Geri daar heen ging. Het was dichtbij en Geri was wel gelovig maar niet kerkelijk opgevoed. Haar vader was rooms-katholiek en haar moeder hervormd. Haar ouders hebben Geri bewust niet rooms-katholiek of hervormd opgevoed want ze vonden dat Geri zelf die keuze moest kunnen maken als ze wat ouder werd. Sommige kinderen gingen ook naar de protestantse kleuterschool Achter ’t Zand. In de kleuterschool was het vaak koud, er was onvoldoende verwarming. Het was er wel gezellig vooral bij juffrouw Withaar. De kinderen speelden samen in de zandbak.

De “Hussen” huizen aan het begin van de Oude Rekemerstraat stonden er nog niet en ook de drive-in woningen daarachter aan de Otto van Reesweg stonden er nog niet, dat was open veld met water waar ook eenden huisden. In de winter werd daar geschaatst. De moeder van Geri wilde haar leren schaatsen maar Geri’s vader vond dat te gevaarlijk dus het ging niet door.

Tussen de flats aan de Vicarystraat en bij het St. Nicolaasplantsoen en het St. Jacobsplantsoen waren grasvelden met tussenpaadjes. Geri speelde daar met andere kinderen, ze gingen picknicken op het gras met hun kinderserviesjes. Bij het Sint Nicolaasplantsoen waren ook bankjes waar de mannen van de wijk elkaar ontmoetten om bij te praten. Een mannenpraatgroep voordat het woord uitgevonden was.

Na de Nutskleuterschool ging Geri als vanzelfsprekend naar de Witteveenschool. Een van haar wat jongere ooms heeft daar ook op gezeten en staat nog op een foto. Ondanks dat de verandering van school moeilijk was, heeft Geri goede herinneringen aan de Witteveenschool. Juffrouw De Bruijn was juf van de 1e en de 2e klas. De kleintjes mochten een half uur eerder naar huis dan de hogere klassen. Meester Van Stralen, de hoofdonderwijzer, heeft samen met de vader van Geri de wielerclub Jan van Riebeeck opgericht.

Na de Witteveenschool ging Geri begin jaren ’70 naar de Thomas van Villanova mavo aan de Jan van Riebeeckstraat en de huidige Mandelastraat, omdat die dicht bij huis was. Ze werd daar toegelaten omdat haar opa en haar vader rooms-katholiek waren, anders had ze daar niet mogen komen. Ook die overgang was moeilijk. Geri kwam daar in een voor haar onbekende wereld terecht. De kinderen hadden het onder elkaar over de pastoor, de communie. Geri heeft de mavo niet afgemaakt. Haar vader had in zijn hoofd dat ze schooljuffrouw moest worden, maar dat wilde ze niet. Vanaf het moment dat ze niet meer leerplichtig was is ze van school afgegaan en thuisgebleven. Ze heeft nog korte tijd bij slagerij Van Dam in de Prijssestraat gewerkt maar ook dat gaf te veel prikkels.

Het leven in de Vicarybuurt was in de jaren ’70 nog steeds heel gezellig en vertrouwd. Later veranderde dat, een aantal gezinnen verhuisde naar de nieuwe buurt Terweijde. Er woonden geen jongeren meer van Geri’s leeftijd. Geri was 31 jaar toen haar vader overleed. Zij en haar moeder zijn altijd aan de Vicarystraat blijven wonen, totdat de woningen gesloopt werden en zij tijdelijk in de wijk Parijsch werden gehuisvest. Daar was een heel andere sfeer, er was geen saamhorigheid onder de mensen. Geri en haar moeder hadden heimwee naar de oude wijk.

Ik vraag: Hoe was het toen jullie weer terugkwamen in de Vicarystraat?

Geri zegt : Jippiejee! Er zijn niet veel van de oude buren teruggekeerd maar de saamhorigheid in hun flat is wel teruggekeerd. Haar moeder is inmiddels overleden maar ze voelt zich nog steeds heel prettig in Achter de Poort.

Margot Kersaan, 2024