Zoek

Zondagsschool

De zondagsschool draaide al in het begin van de 20e eeuw. Eerst in de Scheffelschool in de Ridderstraat, in de ‘oude HBS’ in het Elisabeth Weeshuis en later in de barakken van het KWC. Altijd goed bereikbaar voor kinderen uit beide kerken (hervormd en gereformeerd). Bets Hoogteijling kan er als ‘assistent-zondagsschoolleidster’ veel over vertellen.

Gelukkig had Bets Hoogteijling een eigen archiefje van de zondagsschool, die haar zo na aan het hart lag. Al het andere was met de brand in het KWC in 1977 verdwenen, juist toen ze alle oude papieren van de heer Deenik zo nauwkeurig had uitgezocht en gerubriceerd. Maar zeker is dat de zondagsschool al in het begin van de 20e eeuw draaide. Als kind vond ze het er zo leuk, dat ze na het officiële afscheid – toen ze 12 jaar was – vroeg of ze niet kon blijven als hulpje van de leiding. Dat werd een nieuw fenomeen: assistent-zondagsschoolleidster. Velen zijn op die manier bij het werk betrokken gebleven.

Hoogtepunt deelnemersaantallen

Het hoogtepunt wat betreft deelnemersaantallen lag rond 1975. Toen kwamen er wel 200 kinderen op zondag, verdeeld over 11 groepen, met dubbel zoveel leiders. Wat een inzet! Het zou nu niet meer kunnen: met 17 mensen op zaterdag naar een training van de Zondagsschoolvereniging, in een busje van Aart Kool. En door de week instructie voor de les van zondag aan de hand van het landelijke blad: ‘Kind op zondag’. Ouders die nodig waren bij het naaien van verkleedkleding en voor het rijden van kinderen bij uitjes (en dat waren er heel wat).

 

Een uitje met de zondagsschool: kersen eten!

Er begonnen stemmen op te gaan, dat de zondag hard nodig was voor familiebezoeken andere activiteiten. Het zondagsschooltijdstip werd vervroegd naar ‘onder kerktijd’, 10.15 uur in plaats van 11.30 uur. Het was toen nog maar een kleine stap naar de ‘kindernevendienst’, waarbij de ‘school’ voor de kinderen werd gekoppeld aan de kerkdienst voorde ouders en waarbij je allemaal samen begon en eindigde in de ruimte van de kerk. Maar voor kinderen van wie de ouders niet naar de kerk gingen, was dit het eind van de pret. Ze waren wel welkom, maar de drempel was nu te hoog. Nog even werd de zondagsschool door ‘voorstanders’ voortgezet, maar er was haar geen lang leven meer beschoren. Dat beginnen om 11.30 uur zorgde wel voor stress bij de medewerkers, die eerst zelf trouw in de kerk zaten.

Steek je hand maar op!

‘Man, zeg toch eens Amen’, verzuchtten ze in stilte als de dominee weer te lang uitweidde. Dominee de Vor wist dat wel. ‘Steek je hand maar op als ik moet afronden’ zei hij royaal, maar dat lef had niemand.

Waar werd de zondagsschool gehouden? In de Scheffelschool in de Ridderstraat, in de ‘oude HBS’ in het Elisabeth Weeshuis, nog even in een school aan de Markt en later in de barakken van het KWC. Altijd een punt dat goed bereikbaar was voor kinderen uit beide kerken (hervormd en gereformeerd), want de zondagsschool was een zelfstandige onderneming met ook Molukse kinderen. Daar is nog een mooie brief over, die aan duidelijkheid niets te wensen over laat. ‘Mijne Heren’ van de hervormde kerk hadden voetstoots aangenomen dat ‘Andreas’ een hervormde activiteit was, die zelfs bepaalde verantwoording schuldig was aan de kerkenraad. Dat was niet het geval.

Vrede bevorderende afspraak

Ieder kind dat erop is geweest zal zich de Kerstvieringen herinneren. Op hoeveel zolders liggen er nog boekjes van W.G. van der Hulst met een stickertje voorin? Of… en dat was van dat andere Kerstfeest, van de Vrijzinnige Zondagsschool, een pop van 70 jaar? Ja, want deze zondagsscholen waren apart. Bij de Vrijzinnige klinken de namen Boldingh en Koedam. Zij kwamen in de Slotstraat bij elkaar in ‘Het Kompas’. Voor Kerst was er de vrede bevorderende afspraak, dat men om en om de hele eerste Kerstdag mocht invullen en de tweede Kerstdag ’s morgens een kerkdienst en om vijf uur het kinderkerstfeest. Dat had als bijkomend voordeel, dat degenen die de kerstboomversiering vorig jaar slordig hadden opgeruimd daarmee zelf het jaar daarop werden geconfronteerd.

De bakker schonk speculaasjes voor het kerstfeest, maar de leidsters vonden dat te veel ‘Sinterklaas’; zij kochten musketkransjes, maar ja… die knoeiboel. De koster gaf de voorkeur aan de traktatie van bakker Deenik.

Ademloos kijken

Het hele middenschip zat dan vol kinderen. Aan de buitenkant stonden tafels met papieren tasjes, waarin een boek en een sinaasappel. Het lijkt erop dat de vrijzinnige kinderen grotere cadeautjes kregen. Maar mevrouw Boldingh van de boekhandel regelde dat misschien met de eigenaar van de speelgoedwinkel die ook de Vrijzinnige denkrichting was toegedaan? En dan ademloos kijken naar het Kerstspel, waarvoor kinderen wekenlang hadden gerepeteerd en mooie versjes zingen.

In de zomer was er het kersen eten en spelen in de boomgaard achter de Wilhelminadreef en toen die er niet meer was de slotfestiviteiten voor de grote vakantie op het sportveld van het KWC. Gezellige muziek, spellen met ballen, sponzen, emmers, schoendozen, ballonnen, feestmutsen en een ijsje. Een lange witte papieren loper op het gras stelde de dinertafel voor. En de kaart meldde: pannenkoeken! Door de ouders gebakken, die daarvoor als bedankje een ‘gouden pannenkoek’ ontvingen. Niemand ging naar huis zonder prijsje en als afsluiting waren er nog twee films te zien. Op zondagmorgen werd het feest voorgezet in een Gezinsdienst in de kerk, waarin afscheid genomen werd van de kinderen van de oudste groep.

Gospel!

Toen kwam Cor Vermeulen erbij, met gitaar. Dat was lekker zingen: gospel! Er ontstond een koortje van wel 25 kinderen. Ze zongen in de kerk en zelfs een keer bij een Moluks zangconcours in de Rijnhal in Arnhem. Ans Hoeksma en Anke Dijkstra begeleidden op de dwarsfluiten Jan van Reeden was erbij met zijn drumstel.

Met Pasen en Pinksteren gingen de kinderen naar het ziekenhuis en naar een bejaardencentrum om fruit uit te delen en te zingen. Maar eigenlijk gebeurde er daar al zoveel. Er was een groep die het misschien meer nodig had: de zieken thuis. En zo gingen de groepjes naar verschillende adressen. Ze hadden een kleine liturgie van lezen en zingen en vrolijkten zo aan het bed mensen op.

Communicatie verliep jarenlang via een eigen maandkrantje. Er werd geblauwdrukt, getypt, gestencild, gevouwen en uitgedeeld. Er stond in ieder geval een lied in, de verjaardagen, illustraties van de kinderen en belangrijke berichten. Dat was ter vervanging van de vele losse briefjes die daarvoor de organisatie olieden. Ook hadden alle kinderen ieder jaar een eigen ‘jaarboekje’.

Verboden te parkeren

De zondagsschool: een niet weg te denken fenomeen uit de christelijke zuil in de tijd van toen. En je leerde er ook nog iets. De juf vroeg een keer: “Wie weet nog wat dit ☧ betekende, als de christenen dat vroeger in de rots krasten?” Antwoord van een kind-van-zijn-tijd: “Verboden te parkeren, juf!”

*PX, Twee Griekse letters, door elkaar geschreven als monogram ☧, de Ch en de R, de beginletters van de erenaam van Jezus: Christus, dat wil zeggen gezalfde, door God uitgekozen mens. Geheim teken in tijd van vervolging)

Nini Vonk-Wartena