Zoek

Joods geloof

 

Culemborg kende ook Joodse gelovigen. Het kerkje aan de Jodenkerkstraat, nu eigendom van de Nederlands Gereformeerde Kerk, was vroeger een synagoge. Aan de Achterweg ligt een Joodse begraafplaats. En in het Museum Elisabeth Weeshuis staat een vitrine met de liturgische voorwerpen uit de Joodse kerkdienst.

Hier aan de Oude Vismarkt was ‘De goedkope Bazar’ van de familie Israëls gevestigd (ca. 1910)

De geschiedenis van de ondergang van Joods leven en geloven in Nederland, en ook in Culemborg, is bekend. De verschrikkelijke daden van de Nazi’s hebben ook Culemborgers getroffen. Inmiddels liggen 39 ‘Stolpersteine’ verspreid door het oude centrum voor huizen waaruit Joden zijn weggevoerd om in de vernietigingskampen vermoord te worden. 16 Joden overleefden hier door onderduik, maar de Joodse gemeente kon na de tweede Wereldoorlog nooit meer functioneren.

Het interieur van de Culemborgse synagoge rond 1900
Waar kwamen de Joden vandaan en hoe zag hun leven eruit?

Tussen 1000 voor het begin van onze jaartelling en het jaar 70 woonden de Joden in Israël. Dan weer onderdeel van het Perzische Rijk, dan weer van het Griekse, uiteindelijk van het Romeinse Rijk. Als straf voor hun verzet werd Jeruzalem vernietigd met daarin de tempel, het centrum van het Joodse geloofsleven. Vanaf die tijd zijn Joden gaan uitzwerven, grofweg in twee grote stromen: ten noorden en ten zuiden van de Middellandse Zee. Als vreemdeling nooit welkom, behalve als de aanwezige bewoners er voordeel in zagen. Om in hun levensonderhoud te voorzien, pakten de Joden de klussen op, die anderen om allerlei redenen lieten liggen, zoals de geldhandel. Christenen mochten elkaar geen geld lenen tegen rente. Het was dus prettig dat anderen in dat gat sprongen. Wrang, dat het later weer tegen Joden werd gebruikt in antisemitische vooroordelen (handig, altijd met geld bezig enz.).

Boekrollen

De Joden die geen tempel meer hadden, werden mensen van het Boek, de Torah. In synagogen werd gelezen, gepreekt, gebeden, gezongen en niet te vergeten geleerd. De Hebreeuwse taal werd vastgehouden, de Joodse cultuur overgeleverd. Natuurlijk had de omgeving invloed: toen de twee grote stromen – Joden uit Spanje en Joden uit Polen – elkaar in Nederland tegen kwamen, was er herkenning, maar ook zoveel verschil, dat er bijvoorbeeld in Amsterdam een eigen ‘Portugese’ synagoge werd gesticht. Altijd maar op de schopstoel, kwamen de eerste Joden iets na 1700 in de Betuwe aan. In 1770 wonen er in Culemborg acht Joodse families, met in totaal 48 personen. In 1811 moet iedereen een achternaam kiezen en dan zijn er al 23 Joodse gezinshoofden. De groei zet door tot 1900. Maar veel mensen, vooral jongeren, vertrekken daarna naar elders. Het hoogtepunt van Joods leven in Culemborg is dan geweest. De gruwelen inde jaren ’40 betekenden het einde.

Uitschrijven

De Joden konden hier de kost verdienen door handel in manufacturen en vee. Zo kwam Culemborg ook aan zijn Joodse slagers. Niet iedereen nam even intensief deel aan de godsdienstoefening, soms liet iemand zich uitschrijven uit de Synagoge. En sommigen gingen meer op in het Culemborgse dan in een apart ‘Joods’ leven. Er zijn nog mensen die herinneringen hebben aan Joodse Culemborgers. Maar dat zijn herinneringen aan vroegere stadgenoten, niet vanwege een speciale identiteit.

Joodse begraafplaats aan de Achterweg

Vlak voor het leggen van de Stolpersteine op 16 juni 2012 meldde zich een nakomelinge van de familie Wijsenbeek uit de Kattenstraat. Zij was die zaterdag aanwezig en haar zoon zei bij de korte plechtigheid ’s middags het kaddisj, het gebed voor de doden. Ook kwam het vergeten feit boven tafel, dat Henri Gans een uitmuntend dammer was met specialiteit ‘eindspelcompositie’. In aanwezigheid van een zwager en nicht werden de stenen voor het huis aan de Westersingel gelegd, enkele dagen na 16 juni – dat was immers op Sjabbath, voor gelovige Joden juist een dag waarop je het leven viert en niet met de dood bezig bent.

De Culemborgse gemeenteraad met onderaan, tweede van rechts, Sam Wijsenbeek. De foto is genomen kort voor de Tweede Wereldoorlog

‘Stolpersteine’ is een project van de Duitse kunstenaar Gunter Demnig om de namen van de mensen die vermoord zijn in de concentratiekampen in herinnering te houden. Inmiddels liggen er 30.000 in verschillende Europese landen.

Nini Vonk-Wartena

Met dank aan Hetty de Roode