Zoek

De Heilige Barbara

De band van Culemborg met de Heilige Barbara gaat terug tot de middeleeuwen. In 1421 komen we haar voor het eerst tegen als Hubrecht III, heer van Culemborg, in de (nu) Grote Barbarakerk een aan Barbara gewijd kapittel sticht. Dat is een groep mannen die dagelijks bidt, waarschijnlijk om Hubrecht te behoeden voor een plotselinge dood. Sindsdien heet de kerk ook Barbarakerk. Zij is ook beschermheilige van de stad, zoals blijkt uit een zestiende-eeuwse nis in de Binnenpoort, een van haar vele beeltenissen in de stad.

St. Barbara beeld geplaatst in de Culemborgse binnenpoort tijdens de restauratie van 1943
Wil de echte Barbara opstaan

Dat is uitgesloten natuurlijk, want de echte Barbara leefde vele eeuwen geleden. Maar wie was zij eigenlijk en hoe zit het met die drie kerkgebouwen in Culemborg die allemaal naar haar genoemd zijn?  Voor antwoorden zijn wij aangewezen op verhalen, die waarschijnlijk in de loop der tijd ‘sterker’ zijn geworden. Zo wordt verteld, dat Barbara plusminus 300 na Christus geboren is in Turkije of in Libanon.

Haar vader was rijk. Zij was mooi, slim en wijs en had veel aanbidders, met wie zij niet wilde trouwen. Zij voelde zich aangetrokken tot dat nieuwe geloof, het christendom, en liet zich stiekem dopen. Toen haar vader daarachter kwam, sloot hij haar op in een toren met maar twee vensters, zodat zij geen contact met andere christenen meer kon hebben. Maar Barbara speelde het klaar om een derde venster te maken tijdens afwezigheid van haar vader.

Niet alleen kon zij zo toch met andere gelovigen spreken, maar ook was daarmee de drie-eenheid van God (Vader, Zoon en Heilige Geest) mooi uitgebeeld. De woedende vader sleepte zijn dochter voor het gerecht, maar hoe zij ook gemarteld werd, zij ontkende haar geloof niet. Uiteindelijk heeft haar vader haar zelf onthoofd, waarop hij door de bliksem dodelijk is getroffen. Honderden jaren is deze legende doorverteld.

Beschermheilige

Tegen het jaar 900 na Christus begonnen gelovigen Barbara te vereren en te hulp te roepen. Zij werd de beschermheilige tegen bliksem, onweer en storm en werd aangeroepen voor een zalige dood, en bij koorts en brandblaren. Nog later werd Barbara de patrones van allen die met springstoffen omgaan, van klokkenmakers en –gieters, mijnwerkers, artilleristen, brandweerlieden, tunnelbouwers, grafdelvers en vuurwerkmakers, maar ook van koks, geologen, hoedenmakers, wapensmeden, boeren en meer algemeen: van meisjes.

Barbara maakt deel uit van de 14 zogenaamde noodhelpers (zoals ook de Heilige Margaretha en de Heilige Catharina) en daardoor hoorde zij tot het einde van de Middeleeuwen bij de meest vereerde vrouwelijke Heiligen. Haar gedenkdag is op 4 december en het ligt voor de hand, dat zij in verband werd gebracht met Sint-Nicolaas. Allebei afkomstig uit hetzelfde gebied, deden zelfs verhalen de ronde, dat ze met elkaar getrouwd waren. In landen waar geen Sinterklaasfeest wordt gevierd, vervult Barbara ook wel de rol van cadeautjesgever.

Na 1900

Ook in de Duitstalige gebieden groeide rond 1900 de gewoonte van het schoen zetten (voor wat snoepgoed). In de aanloop naar Kerstmis worden op Barbara’s gedenkdag ook wel takken van appel- of kersenbomen in een vaas met water gezet, de zogenaamde ‘Barbaratakken’. Dat herinnert aan het verhaal, dat zij tijdens haar opsluiting een verdorde kersenboomtak water gaf uit haar drinkbeker. De tak ging bloeien en gaf Barbara troost tijdens de laatste dagen van haar leven. Als nu de takken met Kerst zijn uitgekomen, is dat een gunstig teken.

Dit gebruik is bekend in Duitsland, maar ook in Limburg. In sommige streken werden er met Kerstmis cadeautjes aan gehangen. In 1969 is Barbara uit de liturgische kalender van de rooms-katholieke kerk geschrapt, omdat er geen feitelijk bewijs was, dat Barbara ooit echt heeft bestaan. Maar lang duurde de afwezigheid van Barbara niet. Toen bleek dat haar beschermelingen haar niet konden vergeten, werd de Barbaraverering in 1972 in het Duitstalige gebied opnieuw op de kalender gezet. In 2001 ging de katholieke kerk overstag en werd zij opnieuw als martelares erkend.

Onlangs is bij de bouw van de NoordZ-uidlijn in Amsterdam in de tunnelschacht een beeld van Barbara geplaatst en ingezegend, voordat de tunnelboor in werking werd gesteld. Beelden van Barbara tonen haar meestal met een toren erbij (die met de drie ramen), met een toorts (vuur) of een palmtak (omdat zij gemarteld is, maar niet heeft toegegeven: ‘overwinnaars’ zwaai je met een palmtak toe), met een boek (omdat zij de leer van de drie-eenheid verdedigde), met mooie kleding (vanwege haar chique afkomst) en soms met de loop van een kanon. De struisvogel- of pauwenveer die zij draagt, gaat terug op de legende dat de gesels van haar beulen daarin veranderden. Als zij kelk en hostie bij zich heft, duidt dit op haar bijstand aan stervenden.

Drie Barbarakerken?

In Nederland zijn veel Barbarakerken. In onze omgeving in Bunnik, Dreumel, Hurwenen, Nieuwegein (Vreeswijk) en Rossum. Ook veel begraafplaatsen zijn genoemd naar de Heilige Barbara. In Culemborg zijn drie Barbarakerken. De oudste is de kerk aan de Ridderstraat, oorspronkelijk rooms-katholiek, sinds ongeveer 1600 Nederlands hervormd, nu PKN (protestantse kerk in Nederland).

De tweede is de Oudkatholieke kerk aan de Varkensmarkt (uit 1836). De derde, de rooms-katholieke kerk aan de Markt dateert uit 1886, toen het de katholieken inmiddels weer was toegestaan hun geloof zichtbaar te belijden. Barbara’s hart is kennelijk groot genoeg voor gelovigen van allerlei soort. Ook buiten de kerken strekt haar zorg voor mensen zich uit getuige de Barbarapolikliniek.

De Binnenpoort voor de restauratie in de jaren 40 van de vorige eeuw
De Binnenpoort na de restauratie met het beeldje van de heilige Barbara aan de Marktzijde