Zoek

Van Tricht naar Amsterdam, via Culemborg

Jan van den Driel, oud-Resident van Japera, vestigde zich na zijn terugkeer uit Indië in 1753 in het rustige dorpje Tricht in de Betuwe. Hij hield daar over het dagelijks leven een dagboek bij. Hierin maakt hij ook melding van   enkele reizen die hij in de periode  1769/1770 maakte naar Amsterdam, Culemborg en Zeist. Telkens vaart hij met  de trekschuit tot aan de Nieuwe Brug. Het is niet duidelijk waarom de trekschuit niet doorvoer naar de haven bij  de Zandpoort. Mogelijk was de Meer toen dichtgeslibd of was de Nieuwe Brug te laag.  

De Tolsteegpoort te Utrecht vanwaar de trekschuiten naar Schalkwijk vertrokken.
Uit het dagboek van Jan van Driel

22 maart 1769  

Vanmorgen ben ik om zes uur, samen met Arie Kluyt, met de boot vanuit Tricht via de Bisschopsgraaf naar de Nieuwe Brug bij Culemborg gevaren. Hier zijn we uitgestapt en naar Culemborg gelopen. In Culemborg aangekomen zijn we eerst op bezoek gegaan bij de jonge Nieupoort, een kennis van mij. We hebben daar gezellig een pijpje gerookt en zijn toen naar het veerhuis aan de Lek gelopen. Daar lag het marktschip naar Amsterdam al klaar voor vertrek. Om tien uur voeren wij af. Er stond een slappe noordwester wind zodat we de Lek af moesten laveren tot aan Vaart (Vreeswijk). Tijdens het schutten in de sluis zijn wij uitgestapt om een verfrissing te nemen. Nadat we weer aan boord waren gegaan, werd de tocht voortgezet naar Utrecht. Hier hebben we eerst wat gegeten en zijn toen naar de Rooie Brug gelopen waar we in de trekschuit naar Amsterdam zijn gestapt. Het was mooi weer voor de tijd van het jaar met in de nacht lichte vorst.

23 maart 1769

’s Morgens om acht uur meerden we af aan de Berebyt (aan de Amstel in Amsterdam). Nadat we van boord waren gegaan, hebben we wat gegeten en ons verfrist. Hierna ben ik naar het huis van de bankier Carelzon gewandeld om een aantal bankzaken te regelen. De heer Carelzon nodigde mij uit om bij hem het middagmaal te gebruiken. ’s Avonds om acht uur zijn we de stad uitgelopen naar de ligplaats van de trekschuit richting Utrecht. Toen we aan boord kwamen, bleek deze afgeladen te zijn met passagiers. Het was koud en de hele nacht viel er een fijne motregen. 

Al vroeg in de morgen, vier uur, arriveerden wij aan de Rooie Brug in Utrecht. Na het nuttigen van het ontbijt en na ons wat verfrist te hebben zijn we om zes uur richting Houten gewandeld. In Houten, maar later ook in Schalkwijk, zijn we gestopt om wat te drinken. Tegen de middag arriveerden wij in Culemborg en gebruikten het middagmaal bij de jonge Nieuwpoort. Daarna zijn we naar de Nieuwe Brug gelopen, waar we op de schuit naar Tricht zijn gestapt. Rond zes uur kwam ik thuis, waar ik alles wel vond.