Zoek

Het Rondeel

Tussen de Achterweg en de Lange Dreef en begrensd door de Beusichemsedijk en het Bakelbos, ligt de polder Redichem. De heren en graven van Culemborg hebben in de loop der eeuwen nadrukkelijk hun stempel gedrukt op dit gebied en op de naaste omgeving daarvan.

Een van de lanen van het Rondeel.

Het Rondeel is rond 1640 als wandelbos aangelegd door graaf Philips Theodoor van Waldeck Pyrmont, die na de dood van Floris II van Pallandt het graafschap had geërfd. Nicolaas van Geelkercken tekende een kaart, waarop hij ‘de Kruysalleeën’ – de lanenstructuur – inschetste. 

Het Rondeel is altijd in zijn oorspronkelijke vorm bewaard gebleven en heeft tot op vandaag zijn functie van wandelbos gehouden. Het is een vierkante ruimte, die wordt omgeven door lanen. Binnen de lanen bevindt zich een lanenkruis met op het kruispunt van de lanen een cirkelvormig bosje in het midden. De lanen waren vroeger beplant met iepen en op de tussenliggende percelen waren fruitbomen geplant. Langs de lanen staan nu met name populieren en essen. Op de kruispunten en in het midden staan kastanjes. De aanleg van het Rondeel is uniek in Nederland, vooral door de cirkelvormige ruimte in het midden. Er is nooit duidelijk geworden, wat precies de bedoeling hiervan was. Het Rondeel is nu een rijksmonument.

Speel- of sommerhuys

In het verlengde van de centrale laan van zuid naar noord liet graaf Philips Theodoor van Waldeck Pyrmont een ‘speel- of sommerhys’ bouwen, Den Bol. Het huis kwam te liggen op een verhoging in het landschap, die toen de Kerswerff op Redichem werd genoemd (Beltjes en Schipper, 1988). Na de Franse bezetting in 1672-1673 was Den Bol zo bouwvallig geworden dat het huis moest worden afgebroken. De grachten zijn altijd behouden gebleven. Het perceel waarop het huis had gestaan, kwam in 1860 in handen van het rooms-katholieke kleinseminarie in Culemborg. Er werd in 1888 een recreatieverblijf voor de studenten gebouwd. Deze villa werd Tusculum genoemd. Het bijzondere, pagode-vormige dak moest mogelijk herinneren aan de missie in China. Het gebouw verloor zijn functie als buitenverblijf toen het kleinseminarie in 1935 verhuisde naar Apeldoorn. 

Na het vertrek van het kleinseminarie raakte het huis langzaam in verval. In 1963 kwam het in particuliere handen en werd gerestaureerd. Vanaf halverwege de jaren 80 van de vorige eeuw werd het huis opnieuw gerestaureerd naar zijn huidige staat en werd bewoond door de kleurrijke Hendrik van der Steenoven. Hij bouwde ook een gastenverblijf. Van der Steenoven gaf culinaire en culturele soirees in Den Bol. Tijdens die feestjes vertelde hij ook over de antieke spullen in zijn huis die allemaal te koop stonden. In 2011 viel hij in zijn eigen gracht en verdronk.

Wilma Dehing

Bronnen:
CHER-rapport ‘Culemborg aan de Lek’, Buro Lantschap
Beeld van een stad, Beltjes en Schipper, 1988