Search

Wasserij Blokland

Op 3 mei 1887 kwamen Marinus van Blokland en zijn vrouw Maria van Meerwijk vanuit Vianen naar Culemborg. Hij huurde het pand Zandstraat 95 om daar samen met zijn vrouw een wasserij te gaan beginnen. Marinus was bleker. Hij had dat vak van zijn vader in Montfoort geleerd. Zandstraat 95 omvatte een woonhuis met tuin en erf en de helft van de wagenweg. Het werd ‘de Gelderse bloem’ genoemd. Wellicht was het voor die tijd  een soort cafeetje.

Advertentie van 1914 Wasserij “De Gelderse Bloem” van de familie Blokland in de Zandstraat

Marinus en Maria begonnen daar de ‘hand-bleekerij’ oftewel wasserij. Notabelen en sommige middenstanders wilden hun was wel buitenshuis laten verzorgen. Het uitspoelen gebeurde in het riviertje De Meer, waar nu het verzorgingshuis de Kulenburg ligt. In de zomer, maar ook in de winter! Marinus’ handen waren  helemaal krom gegroeid door de in het ijskoude water opgelopen reumatiek. Gebleekt werd op een groot grasveld achter het erf. Ongeveer waar nu het parkeerplaatsje aan de Grachtstraat is.

Het blekersambacht bestond al in de Middeleeuwen

Bleken was een proces waarbij textiel, zoals linnen, weer een heldere en frisse kleur kreeg. Het wasgoed werd op een weide uitgespreid, waarbij in de zon vrije zuurstofatomen werden gevormd, die de verontreinigingen afbraken. Dat kon

vanaf eind maart tot eind september, waarbij je uiteraard nog afhankelijk van het weer was!

Het natuurlijke proces werd een handje geholpen door te ‘logen’, een soort bleekwaterbad. Een vat met loog was op een zeker moment ook aan de Zandstraat aanwezig.

Bedrijfsuitbreiding

In het begin had Marinus naast de blekerij ook nog een aantal koeien (6 of 7). Later was alle ruimte nodig voor bedrijfsuitbreiding. Want de zaken liepen goed. Hij had de wind mee. In 1902 kon hij het pand kopen. Zoon Bertus ging in Rotterdam stage lopen om het machinaal wassen te leren. Later werd dat ook ingevoerd in de wasserij in Culemborg.

In het hele land kende de wasserijbranche tussen 1900 en  1930 een bloeiperiode.

Ook het gezin groeide: Marinus en Maria kregen 11 kinderen, 8 jongens en 3 meisjes. Drie zoontjes stierven op jonge leeftijd. Een paar jongens zijn later bij hun vader in de wasserij gaan werken.

Toen Marinus om gezondheidsredenen moest stoppen met werken, namen zijn zonen Kees, Bertus en Jo het bedrijf over. Op 16 januari 1922 werd de Vennootschap “Firma Gebroeders van Blokland” notarieel opgericht.

 Familie Blokland

Vier jaar later, op 1 maart 1926, overleed oprichter Marinus van Blokland, kort voor zijn 66e verjaardag.

Martinus Blokland

De drie zonen gingen voortvarend te werk. Er werd een grote ruimte aan het woonhuis gebouwd, waarin een complete stoomwasserij werd ingericht met ketelhuis, stoommachine, drie grote wasmachines met meerdere vakken en twee grote centrifuges, een mangelkamer, strijkerij, perserij en een grote droogzolder. Voor de rookafvoer van de ketel werd in latere jaren een schoorsteen gebouwd die 30 meter hoog was. Er werkten ongeveer 15 mensen.

Bestelauto

Met een bestelauto werd het wasgoed tot in de wijde omtrek (Geldermalsen, Beesd, Beusichem en Buren) opgehaald en afgeleverd. De ‘gewone man’ maakte inmiddels ook gebruik van de service: zij brachten op maandag hun losse witte boorden om die aan het eind van de week weer op te halen.

De bestelauto werd in het begin van de Tweede Wereldoorlog door de Duitse bezetter gevorderd.  Voor het transport van het wasgoed werd toen een paard en wagen aangeschaft. Het werk ging door – ook gedwongen waswerkzaamheden voor de Duitse soldaten – totdat het in het laatste oorlogsjaar door ernstig tekort aan brandstof gedeeltelijk moest worden gestaakt.

Vanaf eind vijftiger en begin zestiger jaren schaften steeds meer gezinnen zelf een wasmachine aan, zodat het accent werd verlegd naar het  wassen voor instellingen, ziekenhuizen en hotels. De concurrentie onder de wasserijen nam hevig toe in de snel krimpende markt. Jammer genoeg kon wasserij van Blokland  het hoofd niet boven water houden. Het bedrijf werd opgeheven, het pand verkocht.

De nieuwe eigenaar gebruikte het pand naar verluid voor opslag, maar heeft in de tientallen jaren dat het in haar bezit was vrijwel geen onderhoud gepleegd, zodat het min of meer historische pand tot een bouwval verviel. De grond met de bouwval werd in 2013 aan een andere eigenaar overgedaan. Een artikel over het pand (met foto van de situatie toen) verscheen in De Gelderlander, editie Rivierenland op 16 januari 2004.

Gegevens en foto’s van Ro Balvers ( kleinzoon van Marinus van Blokland)